-
1 gang up
zich verenigen (tot een bende)gang up1 een bende/groep vormen ⇒ (samen)klieken, zich verenigen♦voorbeelden:gang up with • zich aansluiten bij, samenspannen met -
2 примкнуть
zich aansluiten, toetreden -
3 примыкать
zich aansluiten, toetreden ; grenzen -
4 link up with
zich aansluiten bij -
5 join
n. aaneenvoeging, verbinding; naad--------v. verbinden, verenigen, samenkomen, in elkaar slaan; zich voegen bij, meedoen, komen bij; samenvoegenjoin1[ dzjojn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verbinding(sstuk) ⇒ voeg, las, naad————————join21 samenkomen ⇒ zich verenigen, verenigd worden; elkaar ontmoeten, uitkomen op2 zich aansluiten ⇒ meedoen, deelnemen♦voorbeelden:1 join up (with) • samensmelten/fuseren (met)2 can I join in? • mag ik meedoen?join up • dienst nemen (bij het leger), lid worden, zich aansluiten (bij)II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 zich aansluiten bij ⇒ meedoen met, deelnemen aan♦voorbeelden:join together/up (with) • samenvoegen, doen samensmelten/fuseren (met)join a man to/with a woman in marriage • een man met een vrouw in de echt verbindenjoin ship • aanmonsteren, aan boord gaanwill you join us? • doe/eet/ga je mee?, kom je bij ons zitten?I'll join you in a few minutes • ik kom zo bij je -
6 anschließen
anschließenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉1 aansluiten ⇒ aanknopen, volgen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 aansluiten ⇒ aankoppelen, verbinden♦voorbeelden:1 zich aansluiten ⇒ zich voegen, instemmen♦voorbeelden:darf ich mich anschließen? • mag ik meedoen? -
7 joindre
joindre [zĵwẽdr]1 passen ⇒ aansluiten, aan elkaar sluitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 samenvoegen ⇒ samenbrengen, verbinden3 bereiken ⇒ ontmoeten, aantreffen♦voorbeelden:2 joignez à cela que … • daarbij komt nog dat …♦voorbeelden:3 mon mari se joint à moi pour vous envoyer nos voeux • ook namens mijn man zend ik u mijn beste wensenv1) passen, aansluiten2) samenvoegen, verbinden4) aantreffen -
8 mêler
-
9 ranger
ranger [rãzĵee]4 op een rij zetten ⇒ rangschikken, opstellen5 tellen (onder) ⇒ rangschikken, rekenen (tot)♦voorbeelden:3 zich schikken ⇒ zich onderwerpen, zich aansluiten♦voorbeelden:1 se ranger autour d'une table • om een tafel gaan zitten, staanse ranger du côté de qn. • aan iemands kant gaan staan1. v1) opruimen, opbergen2) opzij zetten3) parkeren5) rangschikken2. se rangerv2) opzij gaan -
10 stoßen
stoßen♦voorbeelden:4 mit den Füßen nach jemandem stoßen • (naar) iemand trappen, schoppenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jemanden von sich stoßen • (a) iemand van zich afstoten, iemand wegduwen; 〈 (b) formeel; figuurlijk〉 iemand verstoten♦voorbeelden: -
11 associer
associer [aasosjee]1 verenigen ⇒ bijeenbrengen, samenvoegen1 〈+ à〉 zich aansluiten (bij) ⇒ 〈+ à, avec〉 een vennootschap aangaan (met), een bondgenootschap sluiten (met)1. v1) verenigen, samenvoegen3) betrekken (bij, in)2. s'associer (à)v -
12 align
v. op een rij zetten, recht zetten; voorbereiden[ əlajn]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:align oneself with • zich aansluiten bij -
13 примыкать
-
14 affiliate
v. bijvoegen, toevoegen; kombineren; te doen hebben met[ əfillie▪eet]1 (zich) aansluiten ⇒ opnemen, aannemen♦voorbeelden: -
15 enrôler
-
16 épouser
épouser [eepoezee]〈 werkwoord〉1 trouwen (met) ⇒ huwen, door huwelijk verkrijgen♦voorbeelden:épouser les idées d'un ami • de ideeën van een vriend volkomen overnemenépouser la forme de • de vorm aannemen vanv -
17 schließen
schließen3 concluderen ⇒ opmaken, een gevolgtrekking maken, afleiden♦voorbeelden:3 auf den Täter schließen • afleiden, opmaken wie de dader iser schloss auf Mord • hij kwam tot de conclusie dat er van moord sprake wasII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 (be)sluiten ⇒ beëindigen, eindigen3 (in)sluiten ⇒ opsluiten, opbergen♦voorbeelden:2 Sympathisanten schlossen den Zug • sympathisanten besloten de optocht, stoet3 etwas in sich schließen • iets bevatten, inhouden4 eine Bekanntschaft schließen • kennismaken, (elkaar, iemand) leren kennen5 er schloss daran die Worte … • aansluitend zei hij …1 zich sluiten ⇒ dichtgaan, sluiten♦voorbeelden:1 der Kreis schließt sich • de kring, cirkel wordt geslotendie Reihen schließen sich • de rijen sluiten aaneen2 an die Diskussion schloss sich … • op de discussie volgde … -
18 rally
n. verzameling, hergroepering (v. troepen, enz.); bijeenkomst; opleving, herstel; serie slagen/klappen (tennis, boksen); rally, sterrit (sport)--------v. zich verzamelen; verzamelen; bijkomen; bijeenkomenrally1[ rælie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: rallies〉————————rally2〈 rallied〉1 bijeenkomen ⇒ zich verzamelen/hergroeperen4 (zich) herstellen ⇒ opleven, weer bijkomen♦voorbeelden:rally round the flag • zich om de vlag scharenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verzamelen ⇒ ordenen, herenigen2 bijeenbrengen ⇒ verenigen, op de been brengen♦voorbeelden: -
19 сходиться
-
20 swing
n. geschommel; geslinger; vaart; slinger, omslag--------v. slingeren; zich met een vaart voortbewegenswing1[ swing]1 schommel♦voorbeelden:¶ 〈 spreekwoord〉 what one loses on the swings one makes up on the roundabout • men moet de bluts tegen de buil stellen1 schommeling ⇒ zwaai, slingerbeweging♦voorbeelden:the swing of the pendulum • de wisseling(en) van het lotswing in prices • prijzenschommelinggive full/free swing to • de vrije teugel laten1 actie ⇒ vaart, gang♦voorbeelden:1 in full swing • in volle actie/gangget into the swing of things • op dreef komen————————swing22 swingen♦voorbeelden:3 swing for it • ervoor gestraft/gehangen worden1 slingeren ⇒ schommelen, zwaaien♦voorbeelden:swing to and fro • heen en weer schommelen2 swing round • (zich) omdraaien, omgooien1 beïnvloeden ⇒ bepalen, manipuleren♦voorbeelden:swing it • het klaarspelen, het voor elkaar brengenwhat swung it was the money • wat de doorslag gaf, was het geld
См. также в других словарях:
Literatura de Surinam — La literatura de Surinam comprende las expresiones literarias orales y escritas del país suramericano de Surinam. Contenido 1 Literatura escrita 1.1 Siglos XVI y XVII 1.2 1700 1775 … Wikipedia Español